Het Drieluik-O de 2e


Terug naar:    Titelpagina: ‹O›  
of  INHOUD:
 I
    

I¨V. Intr-O






_______


Dit Webboek is gebaseerd op een hypothese over het nu, betreffende een veronderstelling van een adaptatieproces in de natuur.
Zie de voorinformatie op de website-pagina's van het MoNUment-O (linkerbalk).
De hypothese en (her)interpreteren van eigen ervaringen en van via literatuur opgedane kennis en interpretaties van anderen, heeft bij m>i<v geleid tot de voorlopig als juist aangenomen volgende twee vooronderstellingen als 'heroriënteringspunten' in een adaptionistische benadering van 'het werkelijke' (io- 1.):

1. - Alles is natuur
2. - Toeval is een illusie

Waarom i<v, zoals iv bij het MoNUment-O heb(t) kunnen lezen, 'zoekend' is, wordt in de volgende drie luiken nog verder toegelicht.
Het verbeteren en bevorderen van kennis over en vergroten van inzicht in het denken, voelen, leren en handelen van de mens vindt i<v de belangrijkste taak van de wetenschap. Elke kans daar een bijdrage aan te kunnen leveren, hoe bescheiden dat ook zal kunnen zijn, wil i<v benutten.
Zie luik 1. I¨V.v. Wetenschap:   I

De drijfveer m>i<v in te zetten voor de wetenschap komt ook voort uit een confrontatie met m>i<v. Ooit heeft i<v een intens moment van 'weten' ervaren, dat i<v vervolgens niet in staat was in begrippen uit te drukken. Het was een sensatie het wezen van alles en wat er aan ten grondslag ligt te kennen.
Zie luik 2. I¨V.h. Filosofie:  ‹O›

I<v>s inzet zal slechts kunnen bestaan uit:
het (meehelpen) initiëren en organiseren van experimentele kunstuitingen van i<v>s, op intuïtie berustende, vermoedens; het aandragen van eigen ervaringen voortkomend uit speciaal voor beschouwing van die kunst georganiseerde activiteiten; van anderen de bereidheid vragen erin te participeren en hun ervaringen uit te dragen.
Zie luik 3. I¨V.t. Kunst:  -¦-


_______

Laatst gewijzigd: 11 januari 2013
                                                                          Kopierecht



Level A conformance icon, 
          W3C-WAI Web Content Accessibility Guidelines 1.0                          Creative Commons License


I¨V.t. Kunst


I<v is geen wetenschapper en voor m>i<v eventuele bijdrage aan de wetenschap volledig afhankeljk van de bereidheid van anderen zich te willen verdiepen in m>i<v via deze weg aan de medemens toevertrouwde gedachten. Daar komt bij dat de eventuele onderzoeksmaterie zeer omvangrijk en complex is, het vraagt om een intensieve, multidisciplinaire benadering en de bereidheid om samen te werken. Daarvoor de volgende toelichting.

Op zoek naar Eenvoud achter Complexiteit streeft i<v als zelfbenoemd adaptivistisch en adaptionistisch kunstenaar naar synthese van kunstzinnige, filosofische en wetenschappelijke (kennis)elementen. Door m>i<v gedachten daarover een metamorfose te laten ondergaan in de gedaante van uiteenlopende en alle denkbare vormen, ontstaan adaptivistische en adaptionistische kunstzinnige experimenten (aIVke en aIOke).
Een aIOke is ook deze website waar i<v graag met iv>s eventuele inbreng aan wil 'werken'. Het experimentele karakter is gebaseerd op een hypothese over 'natuur'. Wat die hypothese, dat aIVke en aIOke inhouden hoopt i<v ---> iv dus ook weer met een aIOke duidelijk te kunnen maken.

I<v wil hier benadrukken dat i<v als zelfbenoemd adaptivistisch/adaptionistisch kunstenaar geen overtuiging uitdraagt. Aan i<v>s kunstuitingen ligt een door m>i<v bedachte, voorlopig op speculaties gestoelde theorie ten grondslag. Die theorie, toegelicht onder hoofdstuk I.1. Het  toen, lid I.1.h. Principe, moet worden opgevat als een uitgangspunt in denken, een paradigma (io- 3.), uitgedrukt in de twee in deze Intr-O gegeven vooronderstellingen.

Een vertrekpunt dus van waaruit i<v hoopt dat dit onder meer reacties oproept vanuit de wetenschap en er een bereidheid ontstaat mee te helpen beproeven of een door m>i<v voorgestelde onderzoeksmethodiek meer inzicht kan geven in 'wat werkelijk is'. Als voor dat uitgangspunt in denken eventueel een interdisciplinaire wetenschappelijke onderbouwing gevonden kan worden verwacht i<v een bereiken van een breder en dieper psychologisch inzicht. Mogelijk kan dan het ontstaan van de verschillende levensbeschouwingen in de wereld 'verklaard' worden. Dat zou weer kunnen bijdragen aan relativeringen ten aanzien van een overtuiging of iets geloven in het algemeen waardoor mensen hopelijk niet meer de behoefte zullen voelen elkaar vanuit hun levensopvattingen 'te vuur en te zwaard' te bestrijden.
Het zal duidelijk worden dat wat i<v voorstaat geen wetenschap bedrijven is om bijvoorbeeld wetenschappelijk bewijs aan te dragen voor het bestaan van 'God' zoals zogenoemde creationisten nastreven, maar juist andersom. I<v wil eventueel in de aanwezigheid van onder andere een 'godsbesef' een wetenschappelijke bevestiging vinden voor i<v>s hypothese van wat natuur is en hoe die natuur van invloed is op het denken; in i<v>s leven aan dat streven op zijn minst een bescheiden bijdrage kunnen leveren. Met i<v>s kunstuitingen hoopt i<v kennis zo breed mogelijk te kunnen verspreiden en zo er aan bij te dragen bruggen te slaan tussen de verschillende culturen/beschavingen in de wereld.

In de hierna volgende webpagina's beschrijft i<v op welke wijze i<v de beschouwing, zoals is toegelicht onder I¨V.h. Filosofie , als een kunstvorm wil organiseren en introduceert daarvoor, voor zover i<v heeft kunnen nagaan, een nieuw begrip in de kunstwereld, het 'Adaptivisme' (io- 4.). Dit begrip staat voor aan de basis van de aangenomen hypotheses liggende aannames hoe 'het werkelijke' doorwerkt in de mens en i<v probeert dat tot uiting te laten komen in onder andere de verschillende kunstzinnige adaptivistische en adaptionistische activiteiten die i<v wil ontplooien.

Om de beschouwing mogelijk te maken probeert i<v ervaringen van anderen en mijn eigen ervaring, intuïtie en de via literatuur tot mij gekomen resultaten van wetenschappelijk onderzoek samen te brengen in een vorm van "Adaptivisitsche" en "Adaptionistische" kunst. I<v probeert op deze wijze respectievelijk kunstzinnige, filosofische en wetenschappelijke denkkaders integraal uit te dragen (io- 5.) en (io- 6.)

I<v neemt de vrijheid genoemde begrippen te 'omarmen' met het doel mijzelf een uitgangspositie te verschaffen in het ter discussie stellen van mijn beschouwingen en in een eventueel wetenschappelijk dispuut.
I<v verwacht dat velen bij het lezen van mijn toelichting het gevoel kunnen hebben, vooral in kunstuitingen, door hetzelfde geïnspireerd te zijn als i<v, maar er niet naar streven hun bezigheden in te kaderen in een dergelijke of welke visie dan ook. Hier wil i<v graag Gombrich citeren uit zijn boek 'Eeuwige Schoonheid', hoofdstuk 27. DE KUNST EXPERIMENTEERT, pagina 596 laatste alinea, als mogelijke aanwijzing niet gemotiveerd te zijn:

". . . Als zij ('critici'/DeSider-O) het voor het zeggen hadden, zou ieder kunstwerk een nieuwe stijl, een nieuw 'isme' vertegenwoordigen. Bij ontstentenis van een beter bepaalde taak gaan zelfs de meest begaafde kunstenaars op deze eisen in. Oplossingen van het probleem hoe men origineel kan zijn, getuigen soms van geest en briljante vindingen die niet zijn te verachten, maar dat is op de lange duur toch eigenlijk geen taak die de moeite waard is. . . ."

Zie pagina I¨V. Literatuur:

G
        2. Gombrich.
Het zal daarnaast ook zeker zo zijn dat vele anderen veel verder zijn in hun onderzoek naar wat werkelijk is dan i<v, ondanks een gemis aan zoiets als een adaptivistische of adaptionistische visie.
i<v hoopt deze mensen toch als 'medestanders' te zullen gaan ervaren in i<v>s zoektocht, het proces dat m>i<v voor ogen staat. Aan iedereen die symphatie heeft voor i<v>s zwoegen wil i<v een bereidheid vragen de adaptivistische visie te trachten uit te dragen in adaptivistische kunstvormen en/of de adaptionisische visie door te participeren in adaptionistische kunstvormen.

Zie verder hoofdstuk I.1. Het toen, lid I.1.t. Onderzoek -, waarin hopelijk duidelijk zal worden dat i<v niet critici wil behagen maar dat i<v

 een 'isme' tot kunst wil verheffen.

De aannames hoe 'dat wat werkelijk is' doorwerkt in de mens probeert i<v mede tot uiting te brengen in de structuur van deze website. Die structuur is bij de inhoudsopgave van dit Webboek goed zichtbaar. Zoals namelijk reeds het geval was op de vijfde webpagina [Voor<-->waarde] met voorinformatie, kan ook vanaf elke volgende pagina in dit WEBBOEK gekozen worden uit twee 'paden' om nieuwe pagina´s te openen. Het ene pad is een meer op INHOUD gerichte zoektocht naar balans tussen inhoud en vorm, het andere pad is daarin meer gericht op VORM. Bij elke stap( 2 hoofdstukken na de Intro) die op een pad gezet wordt zijn, net als bij [Voor<-->waarde], drie toelichtingen ( 3 leden in een drieluik) gegeven die opvolgend gerelateerd zijn aan het verleden, het heden en de toekomst. Bij elk laatste lid(toekomst) wordt verwezen naar twee paragrafen (per 2 hoofdstukken is 4 paragrafen). Ook per paragraaf zijn weer drie toelichtingen (leden) gegeven, gerelateerd aan de drie tijdsaspecten. In het laatste lid(toekomst) per paragraaf wordt uiteindelijk verwezen naar een cyclus met vier subparagrafen (per 4 paragrafen is 16 subparagrafen) met elk ook weer drie leden (verleden, heden en toekomst). Elke subparagraaf verwijst naar een niveau in een spiraalsgewijze cyclus van een verondersteld adaptatieproces in het nu. De vier niveau's liggen aan weerszijden van haaks op elkaar staande assen van een cyclus, een Inhouds-as(I-as) en een Vorm-as(V-as). Ook de vier voorafgaande paragrafen van de twee hoofdstukken verwijzen naar die cyclus en liggen aan weerszijden van die assen.

Op deze en elke volgende pagina wordt een inhoudsopgave getoond aan de hand waarvan door het webboek genavigeerd kan worden. Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om, bij een eenmaal gekozen pad vanaf deze intro-pagina, zijwegen te bewandelen.
I<v hoopt dat iv beide paden wil(t) bewandelen en zal(zult) besluiten om samen met m>i<v het avontuur aan te gaan en is zeer benieuwd of en in welke mate i<v vervolgens dankzij m>iv<--> i<v>s visie zal moeten bijsturen.

Wanneer iv weer terug bij I¨V. Intro bovenaan de tekst  -¦- achter [ Het toen ] aanklik(t), kan(kunt) iv<-->i<v>s beweegredenen lezen achter de eerste hypothese "Alles is natuur".
Die achter de tweede hypothese "Toeval is een illusie", kan(kunt) iv lezen na het aanklikken van -¦- voor [ Het nu] onderaan de tekst.


_______

Terug naar:
I¨V. Intr-O‹O›
of
INHOUD I 


_______


I¨V.h. Filosofie


De indringende ervaring waar ik op doel en die ik verder toelicht in hoofdstuk V.1. Het nu, paragraaf V¨V.1. Adaptionistische kunst onder subparagraaf - V¤V.1.4. MoNUment-O -, had ik op jongvolwassen leeftijd. Nu, vele jaren, meer levenservaring en het lezen van de nodige boeken verder, zijn bij mij mede door die ervaring op intuïtie gestoelde vermoedens ontstaan over wat wij als mens als 'werkelijk' ervaren.

Mijn vermoedens heb ik 'ingedikt' tot de twee aan het begin gegeven vooronderstellingen. Elk resultaat van onderzoek naar de juistheid van die vermoedens, negatief of positief, zal een bijdrage kunnen zijn aan meer inzicht in het menselijk denken, voelen, leren en doen. Het is echter pedant en voorbarig te denken dat 'de Wetenschap' zit te wachten op mijn hypotheses. Er is onnoemelijk veel onderzoek bekend naar 'wat werkelijk is' of is gaande. Alleen al vaststellen waar mijn veronderstellingen niet in overeenstemming zijn met de huidige wetenschappelijke inzichten, zal al een hele onderneming zijn. Maar elk onderzoek is gestoeld op een bepaalde visie op het moment, gebaseerd op resultaten van eerdere onderzoekingen en of beschouwingen. Eventueel nieuw onderzoek, dat ik denk dat nodig is, is pas zinvol als duidelijk kan worden of mijn vermoedens kunnen worden ervaren als een nieuw perspectief op de realiteit van het bestaan.

Zoals ik gedurende mijn leven ook afstand heb genomen tot mijn hiervoor aangehaalde indringende ervaring met het doel mijzelf te kunnen blijven beschouwen, zo zullen ook de achterliggende gedachten bij die vermoedens 'zichtbaar' moeten zijn voor beschouwing door anderen. Door 'de ander' te 'confronteren' met mijn 'weten' dat doorwerkt in de, op mijn vermoedens gebaseerde, initiatieven zoals deze website, hoop ik dat duidelijk wordt of die vermoedens als een nieuw pespectief, een opening van een weg naar meer kennis worden ervaren of niet.

Dat zal zo kunnen zijn als bijvoorbeeld het dualisme en het monisme met elkaar kunnen worden verzoend en daarmee het 'lichaam-geestprobleem' definitief kan worden opgelost. Zonder mijzelf 'in het hokje te willen plaatsen' van het 'naturalisme', hoop ik dat met een streven naar synthese van kunst, filosofie en wetenschap 'antwoorden kunnen worden geformuleerd' op de vraag zoals onder andere in wikipedia als laatste zin van de inleiding bij 'Filosofie van de Geest' is gesteld:

"Hoe kunnen de subjectieve eigenschappen en de intentionaliteit van mentale toestanden en eigenschappen verklaard worden in naturalistische termen?"

Zie de pagina I¨V Links:

W
        2. Wikipedia / - Inleding bij de Filosofie van de Geest
Ik ben benieuwd of er sprake is van 'herkenning' bij die ander vanuit zijn of haar levensbeschouwing en hoop op de bereidheid daardoor samen te werken aan dit, zoals ik dat noem, adaptionistisch kunstwerk en in de verschillende andere kunstzinnige activiteiten die ik voor ogen heb.
Als de ander zich ook sterk betrokken voelt bij mijn drijfveren en zich daardoor ook mee wil inzetten bij de ontwikkeling van die activiteiten om het hiervoor beschreven doel te bereiken is dat zeer welkom.
Ik voel de behoefte hier expliciet te melden dat, door mijn vermoedens over de essentie van mijn mens-zijn en mijn gerichtheid op Inhoud, het voor mij onacceptabel is als eventuele samenwerking de 'evenwaardigheid', hoe dan ook, tussen mij en de ander zou aantasten.

Resultaten die voortkomen uit de initiatieven en activiteiten kunnen vervolgens ook meegewogen worden in bestaand wetenschappelijk onderzoek of kunnen dienen voor een nieuw onderzoeksthema.


_______

Terug naar:
I¨V. Intr-O‹O›
of
INHOUD I 


_______


I¨V.v. Wetenschap


Onder het beoefenen van Wetenschap versta ik elk menselijk denken, voelen, leren en handelen dat uitsluitend tot doel heeft kennis te vergroten.

Met deze definitie neem ik uitdrukkelijk stelling tegen een wetenschapspraktijk waarbij de intenties om tot onderzoek te komen zijn verbonden aan de voorwaarde dat de met dat onderzoek verkregen kennis toepasbaar moet zijn.
Ik vermoed namelijk dat een fixatie op toepasbaarheid en een daarbij onbeperkt gebruik van kennis onherroepelijk zal leiden tot een volledige vertechnologisering (zoals vertheologisering/v.Dale) van leven. Ik vrees dat daarmee een inzicht in de nog onbegrepen essentie van 'wat leven is' voor de mens voorgoed onbereikbaar zal worden.
Maar stel dat een volledige vertechnologisering van leven realiteit zou worden, is dat dan 'erg'?
Mijn antwoord daarop is dat ik denk dat niemand de juiste kennis heeft om die vraag te kunnen beantwoorden.
Maar waarom vermoed ik het en ervaar ik zo´n vooruitzicht als een gemiste kans voor de mens daardoor ooit zichzelf volledig als mens te kennen? Waarom vervult het mij zelfs met afschuw en lijkt een dergelijke ontwikkeling voor anderen niet snel genoeg te gaan?
Allemaal vragen waarop ik toch hoop tijdens mijn leven een in zekere mate bevredigend antwoord te vinden.
Voorlopig beschouw ik de door mij ervaren vertechnologisering van leven als een gevolg van de onder andere naar onbegrensde macht en onkwetsbaarheid strevende 'levens-Vorm' mens. Misschien op te vatten als een 'overreactie' op het ondergaan van onder andere natuurlijke selectiemechanismen? Wat vervolgens omstandigheden creëert waarin alleen vertechnologiseerd leven voort kan bestaan?
Processen waar misschien een door mij veronderstelde onbalans tussen Inhoud en Vorm als gevolg van een adaptatieproces in de natuur aan ten grondslag ligt? Dat laatste niet alleen aan de basis van die hiervoor in overweging genomen processen, maar ook aan alle overige door wetenschappelijk onderzoek ontdekte processen in de natuur (io- 2.)?

Mijn opvatting is verder dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek pas op juiste waarde kunnen worden geschat als duidelijk is en beoordeeld kan worden hoe, waarom en onder welke omstandigheden en voorwaarden dat onderzoek plaats vindt en vond.
Wetenschappelijk onderzoek is mensenwerk. Is kennis over en inzicht in de onderzoeker dan niet een voorwaarde om tot werkelijke waarheidsvinding te kunnen komen?
Met andere woorden, heeft elk antwoord op welke vraag dan ook pas waarde als duidelijk is waarom een vraag gesteld wordt?

Het voorgaande vormt een pleidooi voor een integreren van kennis en inzicht op elk ander wetenschappelijk gebied in de 'Psychologie'.
Ik heb de indruk dat dit in de dagelijkse praktijk, bij de 'waan van de dag', eerder andersom is en vermoed verschillende redenen hiervoor. Ik vraag mij onder andere het volgende af.

Vraag 1.
Is het juist dat de psychologie als wetenschapsdiscipline te veel moet 'concurreren' met religies en overige levensbeschouwingen, waardoor een psychologiestudie onder andere niet 'populair' is onder adspirantstudenten?

Aannemelijk is dat een antwoord geven op de vraag 'wat bepaalt de mens ?' veelal 'gevoeld' zal worden als het primaat van vooral religie.
Ook zal in de psychologie de misschien wel meest omstreden vraag onvermijdelijk zijn waarom mensen geloven. Het is even onvermijdelijk dat die vraag ervaren zal worden als een inbreuk op het 'gelovig zijn' en als een aanval op elke religie.

Ik veronderstel dat dergelijke reacties begrepen kunnen worden op grond van kennis over de natuur. Waarschijnlijk zijn ook de aan religies verbonden geschriften niets anders dan interpretaties van wat natuur is. Interpretaties van mensen, zijnde natuur, die ontstaan en in stand worden gehouden onder invloed van natuurlijke principes waarbij, ook bij religies, bijvoorbeeld handhaving van een machtsstructuur en dus onderdrukking een belangrijk mechanisme is.

Ik denk dat dit zelfs intuïtief wordt aangevoeld en een wetenschappelijke onderbouwing van een dergelijk vermoeden vormt dan een bedreiging. Dat zal dus moeten worden vermeden om 'ontmaskering' tegen te gaan, het geloof te kunnen behouden en religieuze instituten in stand te houden. Instituten die in het algemeen bedoeld zijn de rechtmatigheid van een gevoelde waarde te waarborgen. Het is echter waarschijnlijk even waar dat, in het verlengde van het hier vooraf gaande, die instituten onder andere kunnen worden opgevat als collectieve 'machtswellustbevredigingsorganisaties', gerelateerd aan de overlevingsstrategieën van de levensvorm mens waarbij het onderworpen kunnen zijn even belangrijk is als het kunnen overheersen.

Vraag 2.
Is mijn indruk juist dat de wetenschap steeds sterker onder invloed komt te staan van een verlangen uit de samenleving naar steeds meer kennis die als 'nuttig'( vooral economisch relevant) wordt ervaren?

Militaire toepassingen waren en zijn altijd al een aanzet tot wetenschappelijk onderzoek geweest, maar ik vermoed dat de economische relevantie een steeds belangrijkere drijfveer wordt om wetenschappers te 'sturen'.
Ook psychologische kennis wordt dan al gauw gedegradeerd tot een instrument, bijvoorbeeld hoe consumenten tot een bepaald koopgedrag te verleiden of om mensen van wie beoordeeld wordt dat die niet binnen (vooral) een bedrijfsorganisatie passen, niet in de organisatie toe te laten of te bewegen er uit te stappen.
Erger vind ik nog dat in de wetenschapspraktijk zelf mensen psychologisch onder druk worden gezet. Ik herinner mij de volgende uitspraak van iemand tijdens een radioprogramma, die middels een fictief voorbeeld inging tegen op eigen ervaringen gebaseerde ontwikkelingen:
" . . geen wetenschap bedrijven om met alle geweld bijvoorbeeld 'navulwater voor een watermeter' te ontwikkelen en dat alleen maar kan als daarvoor nodig is dat de hele natuurwetenschap op z´n kop gezet moet worden om aan watermoleculen geforceerd onderscheidbare kenmerken te kunnen geven, om vervolgens voor de samenleving praktische toepassingen te bedenken zodat het voor een zeker bedrijf in de markt-economie aantrekkelijk wordt daarmee winst te kunnen maken. . . ."

Vraag 3.
Stel dat dergelijke voorgaande vragen bevestigend beantwoord kunnen worden, is dat dan het gevolg van zoiets als het door mij verondersteld en hiervoor eerder genoemde adaptatieproces in de natuur, waardoor de psyche meer is ingesteld op Vorm dan op Inhoud en waardoor vervolgens onder andere een afkeer tegen onzekerheid ontstaat?
Wordt Vorm in de beleving van wat werkelijk is bij veel mensen absoluut waarmee een gevoel van onzekerheid en een ervaren van 'niet-weten', een gevolg van een door de mens niet te bevatten Inhoud, wordt verdrongen? Ligt hierin een motief te trachten alles te willen bezitten en onder controle te hebben? Een motief dat in vele 'gedaanten' terug komt binnen het menselijke bestaan, zoals bijvoorbeeld in het aanhangen van een religie?
Hoe moet ik op grond van deze overwegingen mijn eigen drijfveren, zoals het maken en beheren van deze website, beoordelen?


- - -

Ik wil graag een bijdrage kunnen leveren aan elk streven om wetenschapsbeoefening 'zuiver' te laten zijn en blijven en om psychologie tot de belangrijkste wetenschappelijke discipline op te waarderen.


_______

Terug naar:
I¨V. Intr-O‹O›
of
INHOUD I 


_______